Het doel van de toetsing is om te kijken hoever je de badmintonvaardigheden hebt ontwikkeld. Je kan dan over een jaar kijken hoeveel je vooruit bent gegaan. De toetsing werkt daarom niet met cijfers zoals op school, maar geeft een niveau aan, dus hoe goed je het onderdeel al beheerst.
Tijdens de toetsing hebben we gekeken naar de slagen en technieken die je al hebt geleerd. Als je een onderdeel nog niet hebt gehad, zie je daar geen beoordeling achter staan. Er zijn niveaus die bestaan uit meerdere slagen of vaardigheden. Dan schrijven we de laagste waarde van die combinatie op. Dus als je bijvoorbeeld de drop al goed uitvoert, en de clear ietsjes minder, dan zie je de score van de clear staan bij het onderdeel “Achterveld A”.
We snappen dat iedere slag of vaardigheid niet iedere keer lukt. Daarom kijken we altijd naar drie pogingen (achter elkaar). Alleen de middelste poging telt mee, dus als een keer eentje mislukt, is dat niet erg.
In de tabel hieronder zie je de onderdelen waar we naar gekeken hebben. Alleen de onderdelen die je werkelijk hebt geoefend en hebt laten zien, staan op je persoonlijke scoreformulier.
Onderdeel | Niveau | Technieken |
Opslag | A | Backhand opslag kort |
B | Forehand opslag lob Backhand opslag flick | |
Achterveld | A | Drop Clear |
B | Smash | |
Voorveld | A | Kort Lob |
Positie | A | Basispositie / volgen dubbel Aanvallend / verdedigend dubbel |
B | Opvolging dubbel | |
Combinatie | A | 2 slagen (voor/achter) enkel 3 slagen enkel |
B | 3 slagen dubbel | |
Wedstrijd | A | Basis |
B | Aanvallend | |
C | Tactisch |
Voorbeeld: stel je hebt bij “Achterveld A” een score staan van “3”. Zoals je in de tabel hierboven kunt lezen, horen bij “Achterveld A” de Drop en de Clear. Daaraan hebben wij de score (niveau) “3” gekoppeld. Hieronder staat in de scoretabel dat “3” betekent “Je laat zien dat je de slag technisch goed kunt uitvoeren.”.
Scoretabel
Voor de onderdelen Positie en Wedstrijd is de betekenis iets afwijkend voor alle andere onderdelen (slagen).
Score | Betekenis van de score |
1 | Je laat zien dat je de basis van de slag kent. Positie/wedstrijd: Je kiest de juiste startpositie en staat klaar. |
2 | Je laat zien dat je de basis van de slag kent. De shuttle komt ook aan de andere kant van het net aan waar die aan moet komen. Positie: Je kiest de juiste startpositie en kiest de volgende positie op basis van de uitgevoerde slag. Wedstrijd: Je kiest de juiste startpositie, voert de slag uit en kiest de volgende positie op basis van de uitgevoerde slag. |
3 | Je laat zien dat je de slag technisch goed kunt uitvoeren. Positie: Je kiest de juiste volgende positie na een slag en staat goed klaar om de volgende slag uit te voeren. Wedstrijd: Je kiest de juiste volgende positie na een slag en staat goed klaar om de volgende slag uit te voeren. Ook voer je de slag technisch goed uit. |
4 | Je laat zien dat je de slag technisch goed kunt uitvoeren. Ook denk je daarbij aan het juiste voetenwerk en positie. Positie: Je kiest de juiste slag en positie op basis van waar de andere spelers staan. Wedstrijd: Je kiest de juiste slag en positie op basis van waar de andere spelers staan. Ook voer je de slag technisch goed uit. |
5 | Je laat zien dat je de slag volledig goed beheerst en deze ook aankomt waar jij hem wilt hebben. Positie: Je kiest de juiste slag en positie op basis van waar de andere spelers staan. Ook plaats je de shuttle. Wedstrijd: Je kiest de juiste slag en positie op basis van waar de andere spelers staan. Je voert de slag technisch goed uit. Ook plaats je de shuttle. |